Er is heel wat data beschikbaar over ongevallen, zowel bij branches als bij bedrijven zelf. Maar wat gebeurt daar vervolgens mee? Op vrijdag 16 oktober was dit het onderwerp van gesprek tijdens de ZAN-themabijeenkomst. Conclusie: data is zeer relevant voor preventie en kan een nieuwe blik op ongevallen geven.
Storybuilder Database: leren van ongevallen
Om de uitgebreide informatie van de Inspectie SZW beschikbaar te maken, ontwikkelde RIVM de gratis te downloaden Storybuilder Database. Hierin zijn zo’n 30.000 ernstige ongevallen opgenomen, inclusief de directe oorzaken en achterliggende gegevens. De data geeft een objectieve blik op veelvoorkomende oorzaken.
Een voorbeeld: bij een transportbedrijf ontstaat een aanrijding. Als maatregel wordt er een snelheidsbegrenzer geplaatst. Uit de Storybuilder Database blijkt echter dat 56% van de ongevallen bij transport veroorzaakt wordt door falend visueel contact tussen voetgangers en bestuurders. Te hard rijden is slechts in 2% van de gevallen oorzaak. Een maatregel om de infrastructuur te verbeteren zal hoogstwaarschijnlijk effectiever zijn.
Toepassing ongevalsdata
Ongevalsdata zoals die in de Storybuilder Database kan volgens de deelnemers aan de themabijeenkomst goed worden gebruikt. Voorbeelden van toepassingen:
- Bewustwording en de feiten op een rijtje.
- Als checklist voor het nemen van maatregelen: je kunt nalopen welke oorzaken er zijn bij bepaalde risico’s en hoe je die kunt afdekken.
- Voor risicogestuurd auditeren: bij audits kan in de voorbereiding gekeken worden naar wat mogelijk de belangrijkste risico’s kunnen zijn.
- Voor het bepalen van de belangrijkste risico’s in een branche, bijvoorbeeld ten behoeve van de arbocatalogus.
Resilience: wat ging er goed?
In de analyse van ongevallen wordt van oudsher gekeken naar wat er fout ging en welke maatregelen dit in de toekomst kunnen voorkomen. Het is echter ook leerzaam om te kijken naar wat er goed ging bij een (bijna-)ongeval. Dit wordt resilience (veerkracht) genoemd.
Een voorbeeld uit de praktijk: bij een helikopter breekt een rotor af en hij begint te spinnen, waardoor het vrijwel onmogelijk is om de helikopter nog goed aan de grond te krijgen. Het lukt de piloot toch. In de klassieke evaluatie gaat men op zoek naar de oorzaak van het afbreken van de rotor om te verklaren waardoor iets fout ging. Bij resilience wordt bekeken naar het succes en hoe de piloot toch slaagde in het aan de grond krijgen van de helikopter en welke vaardigheden daarbij behulpzaam waren. De piloot bleek in zijn vrije tijd heel veel in de simulator te vliegen; nuttige ervaring voor het veilig laten landen van de helikopter in situaties die hij in het ‘echt’ nog nooit had meegemaakt.
Het belang van data
De deelnemers geven vrijwel allemaal aan dat het registreren van (bijna-)ongevallen moeilijk blijft, terwijl dát de informatie is die je nodig hebt om preventief te kunnen werken. Daarmee kunnen de investeringen ook vaak beter in de hand worden gehouden.
Tegelijkertijd geven de deelnemers ook aan dat statistieken interessante informatie leveren op managementniveau, maar dat het eerst belangrijk is om de basis, zoals het risicobewustzijn van medewerkers en de veiligheidscultuur, goed te krijgen. Daarbij heb je niet zoveel aan statistieken, want de bedoeling is dat medewerkers continu alert zijn op alle soorten risico’s, dus ook degene die niet in de statistieken voorkomen. Duidelijke, uit het leven gegrepen verhalen helpen dan vaak beter dan statistieken.